Triumph is opgericht in 1897 en is van oorsprong een Engelse rijwielfabriek. De Duitsers Siegfried Bettmann en Maurice Schulte hebben het bedrijf opgericht.

De eerste motorfiets werd in 1902 gebouwd. Deze werd uitgerust met inbouwmotoren van het Belgische Minerva. Drie jaar later ontwikkelde Triumph een eigen ééncilinder. 

Triumph groeide gestaag en in 1923 startte het bedrijf met de productie van auto's. In 1935 werd de auto- en motorfietsafdelingen onder gebracht in twee verschillende bedrijven. Triumph motorfietsen ging zich Triumph Engineering Co noemen en had een eigen logo.

In 1936 werd Triumph opgenomen in de Ariel-groep van Jack Sangster en nam Edward Turner de ontwikkeling van de machines op zich, met als resultaat de beroemde 'Speed Twin'. Deze vormde de basis voor de Triumphs tot in de jaren zeventig.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging de productie gewoon verder, maar er werden hoofdzakelijk militaire voertuigen geproduceerd. Triumph kwam niet ongeschonden uit de oorlog, want de fabriek in Coventry werd in 1940 vernietigd. In Warwick werd een tijdelijke fabriek in gebruik genomen voordat Triumph naar een nieuwe fabriek in Meriden verhuisde. 

Na de oorlog werden veel nieuwe modellen geïntroduceerd, het merk kwam onder andere met de legendarische Bonneville. De originele T120 Bonneville werd vernoemd naar de prestatie van Johnny Allen op de zoutvlakte van Bonneville in Amerika.

De motorfietsproductie van Triumph bereikte in 1969 een hoogtepunt met 46.800 eenheden per jaar. Begin jaren zeventig kwam Triumph echter in de problemen. In 1972 werd, door de overheid gesubsidieerde groep, Norton-Villiers-Triumph (NVT) opgericht.

Dit leidde niet tot de gewenste resultaten. In 1973 kondigde NVT aan dat de fabriek in Meriden moest sluiten, waardoor de productie tot stilstand kwam. Met subsidie van de overheid werd de productie van 750cc Bonneville's en Tiger's opgepakt. De productie kroop geleidelijk aan omhoog tot 350 motorfietsen per week. Ondanks de steun van de overheid ging Triumph in 1983 failliet.

In 1983 werd het merk gekocht door John Bloor. Eind 1990 stonden de eerste Triumphs op de motorshow in Keulen. In 1991 bracht Bloor in de geheel nieuwe fabriek in Hinkley zes nieuwe modellen uit. Het waren drie- en viercilinders van 750-, 900, 1000- en 1200 cc die voor een deel voorzien werden van de 'oude' Triumph-benamingen Trident, Thunderbird, Trophy en Tiger.

Op dit moment is Triumph weer een volwaardig motormerk met een uitgebreide modellenreeks met onder andere de dikste productiemotor aller tijden, de Rocket III met een cilinderinhoud van 2300cc.