26
WH2 Solex Carburateur
Op de download pagina is de originele Engelse Solex brochure uit 1951 te kopiëren.
|
De pakking Of er nog originele pakkingen zijn? Weet ik niet. Misschien, maar erg belangrijk is dit toch niet? Zelf maken, maar dan niet van dik materiaal. De vlotterkamerpakking van carburateurs is meestal van het dunste pakkingmateriaal. Standaard in de handel is 0,2 – 0,25 mm. Heel goed gaat het ook met een pakking uit tekenpapier. Rand van de vlotterkamer over het hele oppervlak met een zacht potlood egaal zwart maken (of stempelinkt) en vervolgens op het papier op een vlakke ondergrond stempelen. Daarna moet je de pakking precies in de vorm uitknippen en alle gaatjes, maar dan ook alle gaatjes uitponsen, anders mis je eventuele noodzakelijke doorverbindingen.
Schoonmaken Een carburateur (zeker de Solex berust daar een groot deel van de werking op) zit vol met kleine kanaaltjes. Schoonmaken met een kunststofstraler (perslucht straalapparaat met kunststof grit) valt af te raden. Wat wel heel belangrijk is, is dat je alle kanalen doorblaast met perslucht en dan ook controleert of de lucht goed doorstroomt en dat sproeiers open zijn. Nooit
doorsteken, want dat geeft schade, maar altijd doorblazen met perslucht. Heb je
geen perslucht, dan neem je maar een fietspomp. Overlopen Nee dat mag niet! Als de benzine uit de mengbuis in de venturi drupt, is het niveau in de vlotterkamer te hoog. Als de vlotternaald goed afsluit, maar er loopt nog steeds benzine uit, dan is misschien de pakking van een te dik materiaal. Het normale niveau in de vlotterkamer kun je niet zien, maar bij deze hoort het zo hoog te zijn, dat hij net niet overloopt. Dat is bij zo’n dunne papieren pakking het geval.
Startstand
carburateur Hoe dat werkt? Als je naar de tekening van de carburateur kijkt, dan zie je daarop een 10, een 11 en een 6. Als je gaat starten bij koude motor laat je de gasklep 16 dicht staan. De schijfklep 11 moet met behulp van hendel 13 in de startstand worden gezet. Als je hem goed gemonteerd hebt, komen de gaten precies op de gaten in de carburateur bij nummer 11 en boven nummer 15. Het grote gat bij 15, het kleine gat bij 11. Door het hoge vacuüm, dat bij het aantrappen aan de kant van het inlaatspruitstuk achter de gesloten gasklep ontstaat, wordt benzine aangezogen uit de vlotterkamer door het kanaaltje dat achter 6 ligt (in de dwarsdoorsnede verticaal, een stukje horizontaal, en daarna een klein stukje verticaal (midden gasklep)), waarbij de hoeveelheid benzine wordt geregeld door 6, de startsproeier. Lucht wordt aangezogen door 10, de startluchtsproeier. Bij de juiste sproeierbezetting wordt een voor het starten geschikt rijk mengsel via het grote gat boven 15 naar de motor gevoerd. De startstand dient automatisch te worden opgeheven, zodra je gas geeft. Aan de starthandel 13 hoort een trekveertje te zitten. Daarvoor zitten er een aantal kleine gaatjes in de rand van het hendel geboord. Zo kun je kiezen hoe hard hij moet worden terug getrokken. (note: gebruik niet een te sterke veer anders kan de blokkeerpen welke aan de onderkant van de carburateur is bevestigd afbreken).
|
|
Aan de as van de gasklep hoort een hefboom/vergrendelpal te zitten, waarachter de starthendel 13 wordt vastgehouden in de startstand. Met een bolkopschroef en contramoer is de juiste maat voor de vergrendeling in te stellen. Er zijn twee standen; Aan en Uit! Meer niet! Geen tussenstanden! Stationair
lopen Hoe je dat afstelt? Ten eerste; “Bij warme motor”. Motor eerst even goed warm laten draaien door een stukje te rijden. Motor afzetten. Nu gaan we afstellen. Draai eerst de regelschroef 1 nu helemaal in tot hij aanstaat, maar niet echt vast want dan heb je dik kans dat de zitting beschadigt. Draai hem vervolgens 2 ½ slag los (hele slagen, 360 graden dus). Start nu de motor weer en draai de nullastregelschroef 8 zover in, dat de motor duidelijk een te hoog toerental maakt (ca. 1500 tot 1700 toeren). Draai vervolgens 1 langzaam dicht tot het toerental lager wordt (de motor gaat dan ook meestal onregelmatig lopen), maar laat de motor niet afslaan. Draai vervolgens 1 weer langzaam open. Het toerental neemt nu weer toe. Ga hier mee door tot het toerental niet meer toeneemt. Vanaf dit punt de gasmengselregelschroef 1 nog een kwart tot een halve slag verder open draaien. Hier moet je gewoon een beetje mee experimenteren, een paar keer heen en weer draaien en slagen tellen totdat je het punt van het hoogste toerental zeker weet. Draai daarna 8 zover terug dat de motor mooi stationair loopt (rond de 1000 toeren is goed, krijgt hij ook nog een beetje smering). De gaatjes aan de bovenkant van 1 zijn om een borgdraadje door te doen als de afstelling goed is. Dat het stationair lopen nu slecht gaat, kan een aantal oorzaken hebben. Ik noem er eens een paar: - De flens van de carburateur is krom getrokken door het te ver aanhalen van de bevestigingsmoeren. Hierdoor wordt valse lucht aangezogen langs de (dikke) spruitstuk pakking. Controleren bij gedemonteerde carburateur, met de zijkant van een schuifmaat over de volle breedte en tegen het licht in kijken. Dan zie je het al gauw. - As 7 heeft speling. Versleten! Of de rubber afdichtingen zijn weg. Beiden zorgen voor de mogelijkheid van valse lucht, soms wel en soms niet. De gasklep komt bij een versleten as ook nooit op dezelfde uitgangspositie terecht. Dat kan het soms op hol slaan en het soms afslaan verklaren. - Er zitten verontreinigingen in de kanaaltjes van de carburateur. Soms open soms verstopt. Zijn de stationair sproeier 19 en de daarachter liggende kanaaltjes wel goed schoon?
Beste
andere carburateur Is er eigenlijk niet meer. De AMAL, die voor de gewone 3TA (burger uitvoering) werd toegepast, was het type 375/62, doorlaat 25/32 inch, hoofdsproeier 100, stationair 25, gasschuif met een afschuining 3 ½ , naaldpositie 3, naaldsproeier .106. Bij de Engelse Motorwinkel in Soeterberg hadden ze een poos geleden gereviseerde Solexcarburateurs. Hopelijk kan je hiermee de gasvoorziening van je 3TA weer op peil brengen en kan je weer vele kilometers met de kleine Triumph maken.
Tekst: TOCN Tiger nummer 10, maart 1996
Update: juli 2009
Tijdens 1 van mijn vele rondritjes moest ik een kleine noodreparatie uitvoeren aan een lekkende sproeier van een 3TA van 1 van mijn vrienden. De sproeier zat helemaal los in het huis omdat de schroefdraad in het huis dol was gedraaid. Dit is tijdelijk opgelost door aluminiumfolie over het schroefdraad van de sproeier te wikkelen en het daarmee in het huis te draaien, zie rode pijl. Om het lostrillen tegen te gaan heb ik de sproeier geborgd met een stuk "geleend" ijzerdraad. Hiermee is de 3TA weer veilig en lekvrij thuis gekomen. Wat mij tijdens deze ingreep opviel was hetgeen je ziet in het rood omcirkelde stukje. Dit heb ik nog nooit bij een andere Solex gezien. Aan het uitstekende gedeelte met het boutje is een buisje geklemd wat aan het uiteinde haaks is omgebogen zodat de choke niet verder terug kan schieten. Door het boutje los te draaien kun je hiermee dus de choke afstellen. Op de manier waarop het een en ander is gemonteerd en gezien de ronde inkeping in het uitstekende deel moet dit wel origineel zijn. Helaas staat er hierover nergens iets beschreven. In het bovenstaande verhaal uit de Tiger staat: Er zijn twee standen; Aan en Uit! Meer niet! Geen tussenstanden! Als ik onderstaande foto zo zie dan begin ik over deze stelling te twijfelen. Wie weet hier meer over te vertellen?
|
|