|
In het onderstaande verhaal kun je lezen hoe je jouw 3TA om kunt bouwen naar 12 volt met min aan het frame en hoe je een spanningsregelaar/gelijkrichter (in dit voorbeeld van Beck's) kunt monteren. Overigens kun je de plus ook aan het frame houden.
De gelijkrichter die zit vastgeschroefd onder je zadel kun je verwijderen en haal alle draden los. Als je 3TA al is omgebouwd naar 12 volt moet je behalve de gelijkrichter ook de zenerdiode verwijderen. Als je de min van de accu aan het frame vastmaakt dan sluit je de zwarte draad van de nieuwe regelaar ook aan op het frame. De rode draad (+) van de regelaar sluit je nu aan op de Bruin/Witte draad die normaal naar gelijkrichter ging. Als het goed is komen er drie draden uit je dynamo. Groen/Zwart, Groen/Geel en Wit/Groen. Groen/Zwart en Groen/Geel verbind je aan elkaar zodat je twee draden overhoudt. De dynamo staat dan op vol vermogen geschakeld.. De Groen/Zwart en Groen/Geel verbind je met Geel van de nieuwe regelaar (maakt niet uit welke van de twee gele draden). De Wit/Groene draad verbind je met de andere Gele draad van de regelaar. Je houdt nu twee draden over die naar de koplamp lopen, Wit/Groen en Groen/Zwart, die gebruik je verder niet meer. De rode draad die ook aan het frame gemonteerd zat (boutje van oude gelijkrichter) of aan de plus van de accu zat aangesloten moet je nu vastmaken aan de min. Als je nu je licht aanzet, toetert, remt moet alles weer werken.
De noodstart mogelijkheid (starten op 1 cilinder) via de ontstekingschakelaar werkt nog steeds. Als de accu helemaal leeg is gewoon de accuzekering er uit nemen, zorgen dat het licht niet aanstaat, contact aan en op de normale manier starten. Als de motor loopt zekering terugplaatsen.
Een voordeel is nu dat je een goedkope gel accu van 12 volt kunt plaatsen. Als je de ontstekingsschakelaar op IGN zet en je trapt heel langzaam dan zal de wijzer op de ampèremeter de verkeerde kant uitslaan omdat + en - is verwisseld. Je kunt dit aanpassen door de draden op de ampèremeter om te wisselen.
Wil je toch de plus aan het frame houden dan sluit je de rode draad van de regelaar aan op het frame en de zwarte draad aan Bruin/Wit. De draden aan het frame kunnen dan blijven zitten en de draden op de ampèremeter hoef je ook niet om te draaien. De rest blijft hetzelfde.
De regelaar kun je bijvoorbeeld onder het zadel op het achterspatbord monteren (voor de koeling). De originele 6 volt bobines moet je vervangen voor 12 volt versies. De zwart/witte draad naar de ontstekingschakelaar gebruik je niet meer maar kun je wel laten zitten.
* als je ook gebruik gaat maken van de elektronische ontsteking van Beck's dan kun je de 6 volt bobines laten zitten maar let op! alleen voor de ontstekingen met enkele uitgang, dus voor de twee bobines in serie.
(medio 2009 heeft Beck's een nieuw type ontsteking op de markt heb gebracht "met dubbele uitgang". Erg handig voor 6 volt installaties want dan kunnen er twee 6 volt bobines gebruikt worden i.p.v twee 3 volt bobines in serie (deze zijn nauwelijks te koop). Deze nieuwe ontstekingen met dubbele uitgang heeft Beck's voor 6 volt OF voor 12 volt. Dit houdt in dat het 6 volt model niet geschikt is voor 12 volt en omgekeerd.)
Zie onderstaand schema.
|
|
|
|
Schema van Beck Elektronika:
Gebruiksaanwijzing van Beck Elektronika: |
|
Spanningsregelaar voor dynamo-type Alternator enkel fase
Belangrijk: 1. de spanningsregelaar (of: regulator) altijd op een koelplaat of koelvlak monteren. 2. de regelaar is niet geschikt voor oudere typen dynamo (gelijkstroom; met ‘veldspoel’) 3. GEEN brugcel en GEEN zenerdiode meer nodig deze worden van de motor verwijderd. Algemeen: De alternator is een wisselstroomdynamo (of: generator) die zeer algemeen is toegepast op Engelse motorfietsen vanaf circa 1957/58. De door de alternator opgewekte wisselspanning wordt via een brugcel of gelijkrichter omgezet naar gelijkspanning, welke wordt benut voor de verlichting, de ontsteking en het opladen van de accu. Een alternator kan gemakkelijk een te hoge spanning van 18- 20 Volt afgeven. De firma Lucas paste indertijd een Zener-diode toe om de spanningspiek af te vlakken. Spanningen hoger dan ongeveer 15,5 Volt worden daarmee afgevoerd door ze om te zetten in warmte (dissipatie). Deze nieuwe regelaar heeft een werking die qua principe overeenkomt met die van Lucas. Verschillen zijn met name: 1. een lager niveau van de spanningspiek ( 14,2 Volt, hetgeen veel gunstiger is voor behoud van de accu) en 2. een grotere dissipatie (tot 150 Watt, mits gekoeld). De spanning wordt met een precisie-stabilisator gecontroleerd. De regelaar is uitstekend te gebruiken op trial-modellen met alternator maar zonder accu. Aansluiten: Hierbij kan men vrij kiezen tussen plus (Rode draad) aan frame of min (Zwarte draad) aan frame, afhankelijk van de installatie. Tot in de jaren zestig was in Engeland plus aan frame gebruikelijk. Tegenwoordig wordt min aan frame algemeen toegepast en voor bepaalde ontstekingssystemen is dit zelfs vereist. Beide varianten voor aansluitschema’s zijn bijgevoegd (achterzijde). Daarin is te zien dat de regelaar direct is aangesloten op de alternator (de twee GELE draden); de polariteit is hier niet van belang. WEL BELANGRIJK: maak deze gele draden op een zeer deugdelijke manier vast aan de draden van de alternator, bij losraken tijdens bedrijf kan de regelaar defect raken Montage: De regelaar moet met minimaal twee boutjes op een koelplaat of koeloppervlak worden gemonteerd. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van een afzonderlijke aluminiumplaat, maar montage aan de binnenkant van de schetsplaat kan bijvoorbeeld ook. Als indicatie voor het benodigde koel-vermogen moet men aanhouden: een aluminiumplaat van 4 mm dik met een oppervlakte van circa 225 vierkante centimeter. Dit kan dus een plaat van 15 x 15 cm zijn, maar een andere vorm (passend bij een gereedschapskast of een spatbord) kan ook. Succes! Beck Elektronika Delft
|
|
|
